Net
als de overige zeven eigenschappen is de achtste eigenschap
een combinatie van houding, vaardigheid en kennis.
Effectiviteit is volgens Covey een noodzakelijke, maar lang
niet meer voldoende voorwaarde om te overleven en te
groeien. Het is het meer en meer nodig om naast
effectiviteit ook grootsheid ('greatness') te tonen. Het
gaat hier niet langer om persoonlijke onafhankelijkheid of
optimale samenwerking, maar om een geheel nieuwe dimensie,
namelijk het vermogen van mensen om volgens hun volledige
potentie (hun ‘innerlijke stem’) te leven en om anderen te
inspireren om hetzelfde te doen.
Het achterliggende
probleem Hoewel de wereld ingrijpend is veranderd, werken
de meeste organisaties nog altijd vanuit het inmiddels
verouderde managementparadigma van het industriële tijdperk.
Zoals eerder gezegd, is dit paradigma niet gericht op het
optimaliseren van de potenties van mensen, maar op het
controleren en sturen. Het effect van het op controle
gerichte paradigma is, dat mensen zich steeds passiever gaan
opstellen: hen wordt immers toch niets gevraagd! Wanneer dit
gevoel zich verspreidt, ontstaat gaandeweg een neerwaartse
spiraal, doordat passiviteit een onderdeel van de cultuur
wordt. Dit versterkt op zijn beurt het gevoel bij
leidinggevenden dat zij hun ondergeschikten scherper moeten
aansturen, waarbij zij vaak overgaan tot managen op details
(‘micromanagement’). Uiteindelijk is het zo, dat naarmate
een manager sterker controleert, hij des te meer gedrag
uitlokt dat vraagt om nóg scherpere controle. Covey spreekt
in dat geval van een ‘cultuur van wederzijdse bevestiging’.
Wie zien we een parallel met de eerder besproken
beïnvloedings- en
conflicthanteringstrategieën. Het gaat
hier in essentie om het complementaiteitsprincipe uit de
Roos van Leary: leiden lokt volgen uit, en omgekeerd. In
termen van Leary: boven-gedrag (controle) roept onder-gedrag
(apathie) op en onder-gedrag roept boven-gedrag op.
De
negatieve spiraal is volgens Covey op drie niveaus
zichtbaar:
- Op het persoonlijke niveau kennen
organisaties veel intelligente, getalenteerde en creatieve
mensen die het gevoel hebben dat ze in een dwangbuis zitten.
Ze voelen zich ondergewaardeerd, gefrustreerd en
ongeïnspireerd en geloven niet dat ze de kracht hebben om
dingen te veranderen.
- Op relationeel niveau bestaat een
fundamenteel gebrek aan vertrouwen. Bij velen ontbreekt de
vaardigheid en de denkwijze om onderlinge verschillen op een
creatieve manier op te lossen. Uiteindelijk ligt het
probleem in het feit dat de meeste mensen gewend zijn zich
met anderen te vergelijken en in competitie met elkaar te
zijn.
- Op organisatorisch niveau overheerst de
managementfilosofie van controle. Deze onderdrukt inspiratie
en het volledig benutten van menselijk talent.
De
oplossing Volgens Covey is er een simpele reden waarom
zoveel mensen ontevreden zijn met hun werk en waarom veel
organisaties er niet in slagen gebruik te maken van de
talenten, de vindingrijkheid en creativiteit van hun mensen.
Het komt doordat ze zich baseren op een onjuist paradigma
over wie zij zijn, over onze menselijke aard. Mensen zijn
geen dingen die gemotiveerd en gecontroleerd moeten worden,
maar het zien vierdimensionale wezens - met lichaam, hoofd,
hart en ziel. |
|
In dit paradigma van de complete mens, zoals Covey het
noemt, treffen we dimensies aan die in alle -oosterse en
westerse- filosofieën en religies terugkomen: de
fysiek/economische, de mentale, de sociaal-emotionele en de
spirituele.
De complete mens manifesteert zich op vier
corresponderende wijzen:
- Het hoofd staat voor leren,
zich ontwikkelen. Elk mens wil groeien en heeft wensen,
dromen, doelen en plannen.
- Het hart staat voor passie en
uit zich in optimisme, enthousiasme en emotionele
verbondenheid. Mensen hebben een relatie met de
organisaties, leidinggevenden en collega's. Zij willen
daarin gerespecteerd en serieus genomen worden.
- Het
lichaam vertegenwoordigt het fysieke. Mensen willen beloond
worden voor hun bijdrage en een veilige en comfortabele
werkomgeving.
- De ziel tenslotte is de motor achter
zingeving en ertoe doen. Medewerkers willen een zinvolle
bijdrage leveren, een bijdrage waar zijzelf achter kunnen
staan en waar de organisatie als geheel wat aan heeft.
|
|
Wat is nu de directe verbinding tussen de mentale
programmering waarin mensen als dingen gezien worden en het
onvermogen van managers en organisaties om de talenten en
krachten van mensen aan te boren?
Het antwoord is eenvoudig: mensen maken keuzen.
Bewust en onbewust kiezen mensen hoe zij zich willen geven
op hun werk. Zij laten zich daarbij leiden door de manier
waarop ze behandeld worden, door de mogelijkheid om alle
vier onderdelen van de menselijke aard in te zetten. Deze
keuzes variëren van rebelleren tot prikkelende creativiteit. |
|
Covey gaat verder dan de oplossingen die we aandroegen
rondom de rol kernwaarden in
binden, boeien en bezielen. Niet alleen deze kernwaarden dragen bij aan
energie en effectiviteit van werknemers. Het gaat volgens
Covey om een veel breder spectrum.
We citeren: "Kijk eens
welke van de zes keuzemogelijkheden u uit bovenstaande
figuur zou kiezen.
- In het eerste scenario wordt u niet
eerlijk behandeld. Dat wil zeggen er worden veel politieke
spelletjes in uw werkomgeving gespeeld, er is nepotisme en
het beloningssysteem is onrechtvaardig. Wat u betaald
krijgt weerspiegelt niet het niveau van uw prestaties.
Welk gedrag zou u kiezen?
- In het tweede scenario is de
beloning rechtvaardig, maar u wordt niet echt vriendelijk
behandeld. Dat betekent dat u niet gerespecteerd wordt, uw
baas inconsequent is, willekeurig en wispelturig,
afhankelijk van zijn stemming. Welk gedrag zou u kiezen?
- In het derde scenario wordt u goed betaald en
vriendelijk behandeld, maar er is geen ruimte voor uw
eigen mening, uw mening wordt voor u bepaald. Met andere
woorden: aan uw fysieke behoefte wordt voldaan en uw hart
krijgt waardering, maar uw hoofd niet. Welk gedrag zou u
kiezen?
- In het vierde scenario wordt u goed betaald
(lichaam), vriendelijk behandeld (hart) en wordt uw mening
op prijs gesteld (hoofd), maar u moet een gat graven en
dan vervolgens weer dichtgooien. Of u moet rapporten maken
die niemand leest. Met andere woorden: het werk is zinloos
(ziel). Welk bedrag zou u kiezen?"
In de voorgaande
scenario's beschrijft Covey alle vier onderdelen van het
paradigma van de complete mens: lichaam, hoofd, hart en
ziel (deze laatste verdeeld in twee componenten:
zinloosheid van het werk en de onethische manier waarop
het werk wordt uitgevoerd). Wie als leider één van de
onderdelen negeert, behandeld de ander als object. Wie in
het huidige informatietijdperk kenniswerkers behandeld als
complete mensen met compleet werk, kan rekenen op
positieve samenwerking, oprechte betrokkenheid en
prikkelende creativiteit.
Het werk van Covey is prikkelend, maar in wezen niet
vernieuwend. Zijn denkbeelden zijn te beschouwen als een
voortzetting van de
'klassieke' motivatietheorieën van onder andere
Maslow en Herzberg. Deze theorieën worden overigens door
het huidige wetenschappelijk-psychologische onderzoek nog
nauwelijks serieus genomen. Zie voor de meer recente
theorieën:
moderne psychologische motivatietheorieën. Zie
hier voor een
bespreking van Covey's werk in perspectief van theorieën
over motivatie. |
|