De zeven eigenschappen van effectief leiderschap | ||
Hij die over anderen regeert, dient meester over zichzelf te
zijn
Volgens Covey is effectief leidinggeven aan veranderen een kwestie van een drietrapsraket. De eerste trap bestaat uit drie eigenschappen die gericht zijn op persoonlijke en individuele ontwikkeling. Ze zorgen ervoor dat je je als persoon onafhankelijk leert op te stellen. De drie daaropvolgende eigenschappen gaan over effectief samenwerken en vormen de tweede trap. De zevende eigenschap gaat over het ontwikkelen en onderhouden van de overige zes eigenschappen. Deze eigenschap vormt de derde trap, samen met de achtste eigenschap: het vermogen van mensen om volgens hun volledige potentie te leven en om anderen te inspireren om hetzelfde te doen. |
|
|
|
||
|
||
|
||
De eerste trap: basis voor onafhankelijkheid | ||
Mensen die onafhankelijk zijn, kiezen hun eigen doel.
Onafhankelijke mensen handelen vanuit hun eigen kern en
laten zich niet zozeer beïnvloeden door wat anderen doen.
Zij nemen het initiatief, koersen doelbewust op eigen
doelen af en stellen prioriteiten. Onafhankelijke mensen
houden zaken bij zichzelf en geven geen andere factoren de
schuld. Volgens Covey bepaalt men het leven hoofdzakelijk
zelf en niet zozeer genetische (‘het zit in mijn genen’),
psychologische (‘het komt door mijn opvoeding’) of sociale
factoren (‘het is de schuld van de anderen’). Het
bereiken van onafhankelijkheid omschrijft Covey als een
‘overwinning op jezelf’. Wat moet men doen om
onafhankelijk te worden? Kort gezegd, gaat het om het
volgende:
|
|
|
Over dingen die we niet kunnen beïnvloeden moeten we
ons volgens Covey niet druk maken. We moeten ons alleen
richten op de binnenste cirkel: proactieve mensen richten
hun aandacht vooral op datgene wat zij wél kunnen
beïnvloeden. Minstens even belangrijk daarbij is het
volgende: we kunnen natuurlijk geen invloed uitoefenen op
alles wat ons gebeurt. Maar wat we wel kunnen is bepalen
hoe we zelf reageren op dingen die ons gebeuren.
Proactieve mensen realiseren zich dat ze zelf hun reactie
kunnen kiezen op de dingen waarmee ze worden
geconfronteerd. Tussen ‘stimulus’ en ‘respons’ zit altijd
een ruimte, waarin we zelf onze respons kunnen bepalen.
Indien aan deze die eigenschappen wordt voldaan, kunnen mensen zich richten op een meer vruchtbare samenwerking met anderen. Onafhankelijk zijn op zich is immers niet voldoende, zeker niet in een wereld waarin alles met alles samenhangt.
|
|
|
De tweede trap: basis voor wederzijdse afhankelijkheid | ||
Het is op dit punt dat de tweede trap van de raket in
werking treedt: het leren van het besef van wederzijdse
afhankelijkheid. Om op zinvolle wijze met anderen samen te
werken is wederom een overwinning nodig, nu niet op
jezelf, maar op je omgeving. Deze overwinning is de
resultante van wederom een drietal eigenschappen: |
|
|
De derde trap: basis voor permanent leren en inspireren | ||
Onafhankelijkheid en wederzijdse afhankelijkheid worden
gecompleteerd door de derde rakettrap: blijven leren en
verbeteren en het vermogen om mensen te inspireren en om
anderen tot het vinden van hun inspiratiebronnen aan te
zetten.
|
|
|
|
||
|
|
|