Gedrag lokt
gedrag uit. Elke succesvolle leider kent dit belangrijke
psychologische principe als zijn broekzak. Timothy Leary
heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de patronen van
gedragsbeïnvloeding. Hij bracht de neiging van de mens om
aanvullend te reageren uitgebreid in kaart en vond
uiteindelijk twee eenvoudige principes die hij vorm gaf in
de 'roos van Leary':
- Symmetrie principe: Streven naar eigen belang
(tegen) lokt
datzelfde gedrag bij de ander uit. Streven naar gezamenlijk
belang (samen) en leidt ook tot hetzelfde coöperatieve gedrag bij de
ander. 'Tegen' duidt op een meer functionele instelling.
Mensen met dit gedrag zullen zich vrij zakelijk opstellen
en zijn niet primair gericht op samenwerken. 'Samen' duidt
vaak op een mensgerichte instelling. Mensen met dit gedrag
zullen zich over het algemeen vriendelijk opstellen.
-
Complementariteitsprincipe: Het tweede principe luidt:
leiden lokt volgen uit, en omgekeerd. In termen van Leary:
boven-gedrag roept onder-gedrag op en onder-gedrag roept
boven-gedrag op. Iemand die bovengedrag vertoont heeft de
neiging zich dominant op te stellen. Iemand die
ondergedrag vertoont heeft de neiging zich meer
afwachtend, volgzaam op te stellen.
De combinaties tussen deze twee assen leiden tot de vier
hoofdrollen: leidingnemend, aanpassend, defensief en
aanvallend.
De roos is hieronder in vereenvoudigde vorm
afgebeeld. |
|
De hoofdrollen nader
toegelicht:
- Een leidingnemend persoon is over het algemeen
initiatiefrijk en vriendelijk. Hij of zij heeft oog voor
de belangen van de ander en is tegelijkertijd doortastend.
Leidingnemende personen zijn in de ogen van anderen vaak
welbespraakt, hartelijk en joviaal. Andere typeringen die
vaak van toepassing zijn; overtuigend, communicatief,
aanwezig. In hun enthousiasme kunnen ze zich wel eens
vergalopperen of te druk zijn. Uitlokken van gedrag:
Als iemand zich leidingnemend opstelt, zeker als dit
gedrag krachtig wordt ingezet, zal dat bij de ander
aanpassend gedrag oproepen. Indien ongewenst, kan
leidingnemend gedrag het beste worden weerstaan met
aanvallend gedrag. Hierdoor wordt een leidinggevend
persoon gedwongen zich defensief op te stellen.
- Een defensief ingesteld persoon is over het
algemeen reactief en zakelijk. Hij of zij kijkt eerder de
kat uit de boom en zal niet snel het initiatief nemen.
Daarnaast is een defensief persoon over het algemeen vrij
zakelijk ingesteld en stelt zich daardoor, vaak in de ogen
van de ander, minder vriendelijk op. Defensieve personen
zijn vaak afstandelijk, behoudend en stug. Door hun
defensieve houding kunnen ze zich wel eens verongelijkt
voelen of klagerig overkomen. Uitlokken van gedrag:
Als iemand zich defensief opstelt, zal dat bij de ander
aanvallend gedrag oproepen. Indien ongewenst, kan
defensief gedrag het beste worden weerstaan met aanpassend
gedrag. Hierdoor wordt het initiatief bij de defensieve
persoon gelegd en kan deze 'de schuld' niet afschuiven.
- Een aanpassend persoon is over het algemeen
volgzaam en vriendelijk. Ze vermijden ruzie, zijn
georiënteerd op het belang van de ander en laten het
initiatief vaak over aan de ander. Aanpassende personen
zijn vaak zachtaardig, bescheiden en invoelend. Andere
typeringen die vaak van toepassing zijn; warm, trouw,
coöperatief. In hun volgzaamheid kunnen ze zich wel eens
wegcijferen of zijn ze soms naïef. Uitlokken van
gedrag: Als iemand zich aanpassend opstelt, zal dat
bij de ander leidingnemend gedrag oproepen. Indien
ongewenst, kan aanpassend gedrag het beste worden
weerstaan met defensief gedrag. Hierdoor wordt een
aanpassend persoon gedwongen het heft in handen te nemen.
- Een aanvallend persoon is over het algemeen
initiatiefrijk en zakelijk. Hij of zij handelt vaak uit
eigen belang en niet uit dat van de ander of de groep.
Aanvallend ingestelde personen zijn vaak streng,
koelbloedig en autoritair. Andere typeringen die vaak van
toepassing zijn; zelfverzekerd, uitdagend, dominant. Zeer
aanvallend ingestelde personen kunnen bazig overkomen of
hebben de neiging te commanderen. Uitlokken van gedrag:
Als iemand zich aanvallend opstelt, zeker als dit gedrag
krachtig wordt ingezet, zal dat bij de ander defensief
gedrag oproepen. Indien ongewenst, kan aanvallend gedrag
het beste worden weerstaan met leidingnemend gedrag.
Hierdoor wordt een aanvallende persoon gedwongen zich meer
volgzaam op te stellen.
Symmetrie principe Op de horizontale-as zien we het
symmetrieprincipe: samen-gedrag lokt samen-gedrag uit en
tegen-gedrag lokt tegen-gedrag uit. Deze dimensie komt
overeen met het
Thomas-Kilmann-model. Tegen-gedrag is
assertief gedrag gericht op eigen belang, samen-gedrag is
coöperatief gedrag gericht op andermans of het gezamenlijk
belang. Het symmetrie-principe illustreert waarom we bij
beïnvloeding en conflicthanterings-stijlen niet primair naar
assertief gedrag of duw-stijlen moeten grijpen: het wekt
eveneens assertief gedrag op waardoor conflicten verharden
of mensen afhaken.
Complementairiteitsprincipe
Teveel
'leiden' leidt ertoe dat mensen achterover gaan zitten.
Oftewel boven-gedrag roept onder-gedrag op en andersom. Dit
principe is voor leidinggevende vooral belangrijk om mensen
in beweging te krijgen. Teveel initiëren en beïnvloeden
leidt tot een passief en afhankelijk team. In de
onderstaande figuur is de 'roos' in volle omvang weergegeven.
In de loop der tijd is een verfijning aangebracht in de
kwadranten, waarbij acht gedrags- of invloedsstijlen zijn
gedefinieerd.
- De boven-gedragspatronen zijn: actief,
initiërend, beïnvloedend, beheersend.
- De
onder-gedragspatronen zijn: passief, afhankelijk,
onderdanig, conformerend.
- De samen-gedragspatronen zijn:
aardig, sympathiek, meewerkend.
- De tegen-gedragspatronen
zijn: onaardig wantrouwend, intolerant.
|
|