Wat zijn leiderschapsstijlen? | ||
Doelen stellen en de voortgang controleren. Zoals we reeds eerder zagen zijn dit twee essentiële elementen uit het managementvak. We herkennen de basisstructuur van de PDCA-cirkel. Ook hebben we al gezien hoe we doelen zo concreet of SMART mogelijk moeten maken. Zo is het voor de medewerker of de groep van meet af aan duidelijk wat er moet gebeuren. Deze en andere leiderschapsprincipes zijn zeer stabiel. Neem bijvoorbeeld het Amerikaanse bedrijf dat al eeuwen wereldwijd de grootste is in zijn branche. |
||
|
||
|
||
|
||
Het OCAI-model van Quinn | ||
Ondanks deze ankerpunten verschillen de stijlen van
managers aanzienlijk. De ene medewerker is immers de andere
niet. Ze verschillen in motivatie en competentie. Maar ook
het ene soort werk is het andere niet; de risico's en
feedback die managers krijgen kunnen aanzienlijk
verschillen, evenals de producten en de levensfase van een
organisatie. Het zijn allemaal dimensies waardoor we het
'doelen stellen en voortgang controleren' in een veelvoud
aan verschillende leiderschapsstijlen in de dagelijkse
praktijk kunnen waarnemen.
|
||
|
||
De stijlen producent ('producer') en bestuurder ('director') zijn afgeleid uit een managementstroming die 'rationeel doel' model wordt genoemd. Volgens dit model zijn productiviteit en winst de belangrijkste aspecten om een organisatie goed te laten functioneren (Taylor). De manager moet duidelijke doelen stellen en duidelijk zijn naar de medewerkers toe.
De stijlen controleur ('monitor') en coördinator ('coördinator') zijn gebaseerd op het zogenaamde 'intern-proces' model (Weber, Fayol). Het gaat hier minder om productiviteit en winst, maar om stabiliteit en continuïteit. Alles moet volgens de regels gaan en alles wordt geregistreerd. De manager heeft vooral een controlerende en coördinerende functie.
In het kwadrant linksboven zien we de rollen van mentor ('mentor') en stimulator ('facilitator') gekoppeld aan het 'human relations' model. Dit model gaat ervan uit dat betrokkenheid van mensen leidt tot een verbeterde inzet.
De stijlen innovator ('innovator') en bemiddelaar ('broker') uit het laatste kwadrant rechtsboven zijn afgeleid uit het 'open systeem'-model. De focus ligt hier primair op aanpassings- en reactievermogen van de organisatie als overlevingsstrategie in concurrentie met andere organisaties.
De boodschap van Quinn is dat een effectieve leidinggevende juist meer dan één rol kan vervullen, en zelfs tegenstrijdige stijlen kan integreren. Dit wordt door Quinn ook wel gedragscomplexiteit genoemd. Zie voor een zelfbeoordelingtest Quinn et al., 1997.
Ook Adizes (Mastering Cange, 1992) maakt een vergelijkbaar onderscheid. De stijlen (door hem ook functies in een managementteam genoemd) zijn op de punten van het kwadrant afgebeeld.
Deze theorie gaat in Nederland door het
leven als het PBOI-model: een acroniem voor de vier stijlen
of functies. De producent of uitvoerder voelt vooral de zorg
voor het tot stand komen van de resultaten. De beheerder is
gericht op orde en regelmaat. Niet zozeer de inhoud telt,
maar de procedures, de manier waarop er gewerkt wordt.
Kenmerkend voor de innovator of ondernemer is de externe
gerichtheid, de gevoeligheid voor veranderingen en de
creativiteit. De integrator wordt gekenmerkt door de zorg
voor de gezamenlijkheid, door gevoel voor mensen.
|
||
Zelftest: Leiderschapsstijlen | ||
|
|
|
|
||
|
|
|