![]() |
||
![]() |
||
Samenhang tussen proces– en organisatiestructuur | ||
![]() |
||
Twee werelden
Nadere beschouwing leert dat proces– en organisatiestructuur beide noodzakelijk zijn. De inrichting van organisatie–eenheden en de personele– en functiestructuur wordt bijvoorbeeld niet door de processen afgedekt. Aan de andere kant verschaft de organisatiestructuur geen integraal inzicht via welke activiteiten, mensen en middelen bepaalde resultaten behaald kunnen worden. Beide structuren zijn nodig en dienen –en dat is wel belangrijk– als één geheel ontworpen te worden.
|
||
|
||
![]() |
||
Eén en ander neemt niet weg dat het procesdenken een groot
aantal voordelen heeft boven het traditionele
organisatiedenken. Wanneer we alleen in
organisatiestructuren denken, organiseren we verticaal. De
‘hark’ en de hiërarchie zijn dominant in plaats van de
klant. Door het richtpunt naar boven ontstaan meestal starre
structuren, waarbij elke taak erbij vaak ook een
managementlaag erbij oplevert. Medewerkers zijn gericht op
hun taak, in plaats van op het totaalresultaat. Er wordt
gewerkt binnen de muren van de afdeling en problemen worden
vaak bovenlangs aangekaart, in plaats van bij de
rechtstreekse collega van een andere afdeling.
|
||
|
||
![]() |
||
Een geïntegreerd organisatie– en procesontwerp | ||
![]() |
||
Veel organisaties worstelen met de vraag wat de samenhang is
tussen proces– en organisatiestructuur. Beide structuren
kunnen naast elkaar bestaan in dezelfde organisatie. Beiden
zeggen wat over taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
van medewerkers, beiden zeggen wat over de functies en
eindresultaten van een organisatie en beiden grijpen in op
de managementverantwoordelijkheden, maar de afstemming lijkt
vaak zoek.
- de algemene en hiërarchische verantwoordelijkheden conform de organisatiestructuur. - de procesverantwoordelijkheden (via proceseigenaarschap) conform de processtructuur.
ad 1. Alle personele functies
zijn gekoppeld aan één of meer procesrollen
|
||
|
||
![]() |
||
ad 2. Alle organisatie functies worden afgedekt door één
hoofdproces
|
||
|
||
![]() |
||
Door de intrinsieke verwevenheid van primaire processen met de besturende en ondersteunende processen ontstaat er altijd een matrix–proces–organisatiestructuur. Het verschil met een ‘echte’ matrixorganisatie is dat de interactie op de koppelvlakken wel goed geregeld is. Elke besturende of ondersteunende interactie is immers beschreven in de processtructuur.
|
||
|
||
![]() |
||
Bij een verdere uitbreiding van de organisatiestructuur met een G–, M– of P–indeling blijft de processtructuur in stand. De nieuwe eenheden werken namelijk ook volgens hetzelfde basisproces, met hoogstens enige lokale, markt of productvariaties.
ad 3. Belegging
managementverantwoordelijkheden
|
||
|
||
![]() |
||
|
||
![]() |
||
|
||
![]() |
||
|
|
|
![]() |