Cultuur is de
belangrijkste barrière voor organisatieverandering.
Tegelijkertijd is het een fundamentele voorwaarde voor
verandering van de organisatie. Keer op keer blijkt de
menselijke factor de kritische succesfactor te zijn, die
bepalend is voor het slagen of mislukken van veranderingen.
Uiteindelijk wordt het resultaat van veranderingen bepaald
door de mate waarin ze door mensen worden geaccepteerd.
Hoewel het een inmiddels bekend gegeven is, wordt de
‘mens-kant’ van veranderingen nog altijd schromelijk
onderschat.
De theorie en praktijk van het moderne
management hebben van meet af aan in het teken gestaan van
een analytische en technische oriëntatie. Te beginnen met
het ‘wetenschappelijk management’ van de Amerikaan Frederick
W. Taylor zijn telkens opnieuw pogingen ondernomen om de
taken en verantwoordelijkheden van de manager in een aantal
uniforme kernpunten onder te brengen. De nadruk heeft
daarbij steevast gelegen op zaken als uniformiteit en
efficiëntie, hiërarchie en systematiek. Aanbeland aan het
begin van de 21ste eeuw lijken er de nodige scheuren in de
suprematie van het rationele managementparadigma te zijn
gekomen. Zowel in de literatuur en in opleidingen, als ook
in de praktijk, wordt in toenemende mate belang gehecht aan
zogeheten ‘zachte’ factoren als emoties en cultuur. De echte
uitdaging blijft daarbij natuurlijk wel om emoties en
cultuur met organisatorische doelen en prestaties te
verbinden. Cultuur en de rol van managers
Cultuur gaat
over groepsgedrag. Cultuurverandering lukt door te
interveniëren in de interacties, in de patronen, die tussen
mensen ontstaan. Bij cultuurverandering is de manager zelf
het belangrijkste instrument. Het is daarbij van essentieel
belang dat de mentaliteit en het gedrag van de managers
overeenkomen met de gewenste cultuur die men wenst te
bereiken ('practice what you preach'). Zonder deze
congruentie is er geen voorbeeldgedrag en zonder
voorbeeldgedrag zijn interventies van een manager bij
voorbaat onecht en ongeloofwaardig. Daarnaast speelt de
manager een een essentiële rol in het creëren van
omstandigheden en voorwaarden waardoor mensen bereid zijn
hun gedrag ter discussie te durven, kunnen en willen
stellen.
Acht Succesfactoren We behandelen de 8 belangrijkste
succesfactoren bij een cultuurverandering. We doen dit aan
de hand van het gezaghebbende werk Leiderschap bij
verandering en The heart of change -
Real life stories of how people change their organizations,
van John P. Kotter en Cohen. We spreken
bewust niet van stappen: het gaat niet om een standaard
recept maar om essentiële zaken die bij elke
(cultuur)-verandering op één of andere wijze in een
bepaalde volgorde aan de orde zullen komen. Waar van
toepassing vullen we deze inzichten aan, onder andere met
beelden van Samhoud en aandachtspunten uit het boek
Cultuurverandering bij de overheid: sturen of sleuren?
van Alex Straathof en Rita van Dijk. Zie verder ook de
samenvattingen van
The Heart of Change en
Cultuurverandering bij de overheid.
|
|
1.
Mobiliseren van energie: increase urgency
- Voorwaarde voor veranderen
is het besef van de urgentie voor alle betrokkenen. Dat wil
zeggen: waarom moeten we -de cultuur- veranderen en welke
problemen worden er dan opgelost?
- Het is belangrijk om
mensen te bereiken met emoties die de verandering mogelijk
maken zoals hoop, vertrouwen, optimisme en enthousiasme.
Kotter en Cohen pleiten voor een nadruk op emotie
(‘see-feel-change’) in plaats van alleen op ratio
(‘analysis-think-change’). Om een ‘sense of urgency’ te
creëren kan er bijvoorbeeld in plaats van het schrijven van
een dik rapport over boze klanten (ratio wordt aangesproken)
beter een videofilm worden gemaakt, waarin vanuit de wereld
van de klant naar de producten en diensten van de
organisatie wordt gekeken (emotie wordt aangesproken).
2.
Bemensing en beweging: build the guiding team
- 'Eerst
wie, dan wat' aldus Jim Collins (2004). Leiders moeten
ondersteund worden door een groep enthousiaste en nijvere
mensen uit de volle breedte van de organisatie. Kotter
(2003) spreekt in dit verband van een ‘leidende coalitie’.
Andere benamingen zijn ‘gideonsbende’, ‘groep van
ambassadeurs’, ‘kernteam’ of ‘netwerk van verbondenen’. Het
gaat in alle gevallen om mensen met formele en informele
invloed, die enerzijds goed geworteld zijn in de
organisatie, maar anderzijds ook over voldoende kritisch
distantievermogen beschikken om de gewenste veranderingen
daadkrachtig te ondersteunen.
- Naast het zorgdragen voor
actief en betrokken leiderschap, het op gang brengen van een
activerende en enthousiasmerende beweging, is er nog een
aspect aan ‘eerst wie, dan wat’ verbonden: het
personeelsbeleid. Het gaat hier om het stellen van
persoonlijke doelstellingen, de beoordeling en beloning en
het eventueel aantrekken van nieuwe medewerkers. Kortom, het
gaat hier om het organisatorische spel om de juiste mensen
op de juiste plek te krijgen.
3. Visie en strategie: get
the vision right en simple
- Maak de nieuwe visie
concreet, realistisch een eenvoudig. Verklein het begrip
cultuur tot de essentie: om welk gedrag gaat het en waarom
wil de buitenwereld dat gedrag van van ons. Zoek -in termen
van Schein- naar gemeenschappelijke waarden en onderliggende
veronderstellingen die de basis vormen voor het gewenste
gedrag. Zorg voor een aantrekkelijk perspectief: veranderen
vraagt lef en het vermogen oude patronen los te laten. Stel
samen vast welke cultuur (of subculturen) er op dit moment
zijn. Hierdoor wordt een cultuurgap inzichtelijk evenals de
zwaarte van het verandertraject.
- Zoals we
hiervoor al
zagen, staat een cultuurverandering nooit op zich. Zorg voor
een scenario met een goed afgewogen mix van interventies
voor alle relevante managementbouwstenen. Te denken valt
bijvoorbeeld aan de invoering van
competentiemanagement of
andersoortige performance metingen.
- Het is belangrijk om de gewenste cultuur
rechtstreeks te koppelen aan de strategische
doelen: welk gedrag is wenselijk in de bijdrage aan de
doelen? Naarmate de strategische doelen meer
SMART
geformuleerd zijn, is het eenvoudiger om het gewenste gedrag
erbij vast te stellen. Welke gedrag is bijvoorbeeld nodig om
het commerciële bewustzijn van de organisatie te ontwikkelen
en welk gedrag hoort bij klantgerichtheid. Gewenst gedrag
kan worden uitgewerkt via kerncompetenties en
competentiemanagement. Ga niet alleen in op de nieuwe
cultuur. Toon respect voor het verleden en verschaf ook
duidelijkheid over wat van de bestaande cultuur wordt
behouden.
4. Communiceer en creëer zekerheid: communicate
for buy-in
- Om onzekerheid, angst en wantrouwen zoveel
mogelijk te reduceren is het van belang dat medewerkers
weten waar ze aan toe zijn. Medewerkers moeten op een
duidelijke en geloofwaardige manier geïnformeerd worden over
de veranderingen.
- Het 'zich veilig voelen' is een zeer
belangrijke voorwaarde om gedrag bespreekbaar te maken. Als
die er niet is, maak veiligheid dan tot thema. Het
management heeft hierin een cruciale rol door zich
kwetsbaar, onthullend en open op te stellen. Essentieel is
dat het MT bereid is een rol te hebben in het
veranderingsproces (eigenaar) door het eigen gedrag
(cultuur) aan de orde te stellen. Daar begint de dialoog.
5. Creëer de juiste randvoorwaarden: empower action
- Verreweg de belangrijkste randvoorwaarde is commitment
vanuit de top: zonder onvoorwaardelijke en langdurige steun
is elke cultuurverandering gedoemd te mislukken.
- Verder
is het van belang is het om de barrières weg te halen die
het veranderingsproces bij medewerkers bemoeilijken. Een
barrière kan bijvoorbeeld het beoordelings- en
beloningssysteem van de organisatie zijn. Dit systeem is dan
nog niet afgestemd op de nieuwe visie en strategie. Hierdoor
worden medewerkers niet (extra) beloond wanneer ze het
gedrag vertonen dat past bij de nieuwe visie en strategie.
- Ook meer fysieke zaken kunnen randvoorwaarden scheppen die
een succesvolle cultuurverandering mogelijk maken, zoals
huisvesting (dislocaties opheffen) en de kantoorinrichting
(van gesloten naar open, geen overdadige luxe/ruimtes voor
managers).
6. Creëer korte termijn successen: create short
term wins:
- Boek op korte termijn successen 'quick wins' en maak
deze successen zichtbaar voor iedereen. Dit heeft een
aantal belangrijke voordelen:
- Het is een beloning voor degenen die hard werken om
de nieuwe visie en strategie te realiseren.
- Er ontstaat meer geloof in het succes van de
nieuwe visie en strategie.
- De mond wordt gesnoerd van
degenen die kritisch ten opzichte van de veranderingen
staan.
7. Bewaken: don’t let up
- Na de eerste successen
is het belangrijk dat de organisatie niet te overmoedig
wordt en het gevoel krijgt dat het veranderingsproces
voltooid is. In deze fase moet de nadruk liggen op het goed
doorzetten van de veranderingen. Hiervoor is het belangrijk
dat de ‘sense of urgency’ hoog blijft.
- Een belangrijke
valkuil is uitputting. Bij deze stap zit de organisatie in
een tussenfase: sommige werkzaamheden moeten op de oude
manier en andere op de nieuwe manier. Hierdoor kan er een
hoge werkdruk ontstaan voor de medewerkers waardoor het
veranderingsproces niet goed kan worden doorgezet.
8.
Borgen: make change stick
- Zorg ervoor dat de
veranderingen blijvend in de organisatie verankerd worden.
Zoals Bossidy en Charan (2002) terecht opmerken, gaat het
hier vooral om de ‘discipline om dingen daadwerkelijk gedaan
te krijgen.’ De verankering is pas compleet indien de
veranderingen periodiek en systematisch worden gemeten en
geëvalueerd. Ook op dit punt blijven nogal wat organisaties
in gebreke. Het is dan ook één van de redenen dat
veranderingen verzanden. Want hoe kinderachtig het ook mag
klinken, wat niet gemeten wordt, is blijkbaar niet
belangrijk genoeg.
|
|