|
|
|
|
Welke
soorten processen zijn er? |
|
Het procesdenken is afkomstig uit de industrie. Al sinds de
jaren vijftig werkt men met processen en de werkwijze en
procesindeling zijn inmiddels behoorlijk
uitgekristalliseerd. De laatste 10 á 15 jaar is het
procesdenken ook geïntroduceerd bij de overheid en andere
profit en non–profit administratieve 'fabrieken' en
dienstverlenende bedrijven. In het begin bestond er, vooral bij overheidsinstellingen, een sterke neiging om het
wiel opnieuw uit te vinden. ‘Wij zijn uniek en niet te
vergelijken met anderen’ is een veel gehoorde uitspraak.
Naarmate de procesontwikkeling in administratieve fabrieken
vastere grond onder de voeten begon te krijgen, ontstond het
inzicht dat er naast aanzienlijke verschillen ook
behoorlijke overeenkomsten zijn.
Een inmiddels algemeen
geaccepteerd uitgangspunt is dat er in elke organisatie drie
hoofdsoorten processen zijn: primaire –op de klant gerichte–
processen, ondersteunende processen en besturende processen.
Deze basisindeling is een generiek sjabloon waarbinnen elke
organisatie zijn eigen variaties kent. Primaire processen
zijn daarbij het meest onderscheidend. Besturende en
ondersteunende processen zijn bij vrijwel alle organisaties
in hoofdlijnen hetzelfde opgebouwd.
|
|
|
|
Besturende processen
Besturende– of managementprocessen
omvatten alle activiteiten betreffende het plannen,
controleren, evalueren en bijsturen. In een procesgerichte
organisatie vindt besturing op
strategisch,
tactisch en
operationeel niveau plaats. Daarnaast onderscheiden we nog
de besturing van de procesontwikkeling zelf. Dit soort
besturende pro-cessen wordt verbeterprocessen genoemd.
Primaire processen Primaire processen (ook kern– of
operationele processen genoemd) beschrijven de
dienstverlening of het productieproces. Primaire processen
lopen van klant tot klant. Voor een productiebedrijf zijn
dat: productontwerp, productontwikkeling, de productie zelf
en de logistieke distributiefunctie. Voor een
dienstverlenend bedrijf: intake, behandeling en nazorg.
Ondersteunende processen
Ondersteunende processen zijn
ondersteunend aan de primaire processen (uiteraard ook aan
de besturingsprocessen en zichzelf). Resultaat zijn mensen
en middelen zoals informatie, faciliteiten (huisvesting) en
financiën.
Een nadere beschouwing van diverse
procesclassificatieschema’s (International Benchmarking
Clearinghouse, Managelli ISBN 0814402364, Processmapping,
Hunt, ISO 9000:2000 en SqEME,
Van Oosten) laat zien dat we deze
indeling verder kunnen uitsplitsen in onderstaand
hiërarchisch processchema.
|
|
|
|
|
We zien het onderscheid tussen de strategische en tactische
besturende processen terugkomen in tak 1 besturen en tak 2
voorbereiden. Beide besturende processen zijn opgebouwd
volgens de PDCA–cirkel: het analyse proces omvat de pro–act
fase, het besturend proces plan, do, check en re–act. De
operationele besturing maakt een geïntegreerd onderdeel uit
van de primaire processen.
De primaire processen in tak 3
zijn organisatiespecifiek. De ondersteunende processen zijn
opgenomen in tak 4 ondersteunen. Conform (bijvoorbeeld EFQM/INK) is onderscheid gemaakt in mensen
(personeelsmanagement) en middelen. De middelen processen
kunnen weer onderverdeeld worden in informatie management,
communicatie management, facility management en financieel
management.
We zien de keten- of inkoopprocessen niet in
het hoofdschema terugkomen. Inkoopprocessen staan als het
ware ‘achter’ de primaire en ondersteunende processen,
afhankelijk van de mate waarin de organisatie deze
activiteiten zelf doet of uitbesteed. We zullen deze
processen behandelen samen met de ondersteunende
processen.
In tak 5 tenslotte, zien we de
verbeterprocessen terugkomen. Verbeterprocessen zijn
eigenlijk een soort besturende processen. Deze processen
ontwikkelen en verbeteren immers de structuur en cultuur
waarmee de vorm en werking van de organisatie bepaald wordt.
De naam verbeterprocessen is gekozen omdat het niet zozeer
gaat om het eenmalig inrichten van de organisatie maar om
het herinrichten, het leren en verbeteren op basis van de
ervaringen in alle andere processen.
|
|
|
|
|
Processen en
het Besturingsframe |
|
In onderstaande figuur is weergegeven hoe de indeling
in processen zich verhoudt tot het besturingsframe.
|
|
|
|
|
Verticaal zien we de te besturen aspecten (managementbouwstenen),
horizontaal de besturingsniveaus (strategisch, tactisch en
operationeel). De strategische en tactische
besturingsprocessen strekken zich dwars uit over alle te
besturen aspecten. Op het uitvoerende –operationele– niveau
zien we de aspecten één–op–één vertaald in pro-cessen. De
primaire processen leveren de resultaten aan de klant. De
ondersteunende processen de mensen en de middelen. De
verbeterprocessen betreffen structuur en cultuur en de
externe inkoop/ketenactiviteiten worden afgedekt door de
ketenprocessen.
We zien dat de bouwstenen uit het
besturingsframe eveneens een hoofdindeling vormen voor alle
processen uit een organisatie. Dat is op zich niet
bijzonder, want in feite geeft het besturingsframe niets
anders weer dan de verticale functiespecialisatie die zich
voordoet bij de inrichting van elke grotere organisatie.
Deze specialisatie maakt altijd een horizontale integratie
dwarskracht noodzakelijk. Deze dwarskracht zien we terug op
verschillende besturingsniveaus. Zo gaat strategische
besturing over alle bouwstenen op strategisch niveau. In een
bedrijfsplan zal bijvoorbeeld vastgesteld worden welke
resultaten de organisatie de komende jaren moet gaan
bereiken, met daaraan gekoppeld welke consequenties dat
heeft voor de mensen en middelen. |
|
|
|
|
|
INK en het
Besturingsframe |
|
Het is in dit licht interessant het besturingsframe te
relateren aan het INK–management model. Het INK–model
pretendeert immers eveneens een omvattend stelsel te zijn
van de belangrijkste besturingsgebieden van een organisatie.
In onderstaande figuur is de besturingssystematiek geplaatst
op het INK–management model.
|
|
|
|
We kunnen zien dat het besturingsframe alle INK organisatie–
en resultaatgebieden afdekt, waarbij cultuur staat voor
leiderschap én basiswaarden. Opvallend verschil is dat INK
de aspecten ‘platgeslagen’ weergeeft en niet in perspectief
van het besturingsniveau. Strategie en beleid (strategische
en tactische besturing) staat op de zelfde wijze in het
model als alle andere organisatie gebieden, terwijl het
organisatiegebied een fundamenteel ander karakter heeft.
Een ander verschil is dat zich ‘achter’ elke bal in het
besturingsframe een proces bevindt. Het besturingsframe gaat
uit van een volledig procesgerichte organisatie. De plaats
van processen binnen INK is niet helemaal duidelijk, hoe
vreemd dit op het eerste gezicht moge klinken. Uiteraard
staat het aandachtsgebied processen centraal binnen INK,
maar de inhoud van dat gebied verschilt per
ontwikkelingsfase. In de eerste activiteiten gerichte fase
gaat het aandachtsgebied over alle primaire, ondersteunende
processen zelf én over de aansturing van de
(pro-ces–)structuurontwikkeling (met kwaliteitssysteem,
audits enzovoorts). De organisatiegebieden mensen, middelen
e.d. zijn immers activiteitengericht en kunnen niet
procesgericht bestuurd worden. Naar mate het
ontwikkelingsniveau van de organisatie stijgt (van fase 2
naar 3) wordt de gehele organisatie procesgericht en zouden
zich ‘ach-ter’ alle organisatie– en resultaatgebieden,
processen moeten bevinden. Het aandachtsgebied processen kan
beperkt worden tot de aansturing van de
(proces–)structuurontwikkeling (‘het kwaliteitssysteem’). Om
deze onduidelijkheid op te heffen zou het INK–model
eigenlijk twee varianten moeten kennen: één voor fase 1 en 2
en één voor de fasen erna als de organisatie volledig
procesgericht is. We kunnen stellen dat het besturingsframe
in feite een weergave is van het INK–model voor een volledig
procesgerichte organisatie.
|
|
|
|
|
|
|
|
V O R I G E
|
V O L G E N D E
|
|
|