Uitvoeren (Responsible)
Wie doet het werk? Wie is inhoudelijk en kwalitatief
verantwoordelijk voor het resultaat, conform gestelde eisen.
De kernvraag bij uitvoerende rollen is dus wie produceert
wat (resultaat) met welke voorzieningen (middelen). Wie
repareert de auto, wie stelt het document op? In het
bijzonder voor de uitvoerende rollen geldt dat men het
vakmanschap niet moet gaan beschrijven in procedures. Men
moet het hoe van activiteiten alleen beschrijven als het
echt nodig of kritisch is (bijvoorbeeld procedures in
laboratorium).
Archiveren (Responsible)
Wat moet er met het resultaat gebeuren? Wie moet het
resultaat (document) gedurende een voorgeschreven periode
bewaren, beschikbaar houden en wijzigingen doorvoeren. Uit
deze vragen blijkt dat archiveren eigenlijk een uitvoerende
rol is. De rol Archiveren wordt veelal onderscheiden in
(AO-)omgevingen waar traceerbaarheid en bewijsbaarheid van
belang is.
Beoordelen (Consulted)
Hoe verloopt de review? Wie checkt het resultaat inhoudelijk
alvorens het wordt gebruikt? Wie controleert/beoordeelt
-voor afronding- het resultaat inhoudelijk en kwalitatief.
Het controleren/ beoordelen geschiedt bij voorkeur
2-richting door vertegenwoordiger(s) uit het voorgaande en
volgende proces(stap) alsmede door degene uit het proces die
het resultaat heeft ‘gerealiseerd’ (uitvoeren). Consulteren
is belangrijk wanneer een resultaat brede acceptatie behoeft
of wanneer een specialist de inhoud moet beoordelen. De
kernvraag is afgeleid van ‘consulted’ in de Engelse
betekenis: wie controleert of beoordeeld welk resultaat?
Voldoet het resultaat aan gestelde kwaliteitscriteria (PI's,
maatstaven)?
Informeren (Informed)
Wie wordt geïnformeerd? Wie moet -na afronding- geïnformeerd
worden over het eindresultaat? (1-richting). Wie moet er op
basis van het resultaat handelen? De rol in een volgend of
ander proces, die op de hoogte moet zijn van het resultaat
i.c. actie moet nemen op het gerealiseerde resultaat. Dit is
veelal het proces dat de ‘ontvanger’ is van het resultaat.
Goedkeuren (Accountable)
Wie is eindverantwoordelijk? (slechts 1) Wie geeft het
resultaat voor gebruik vrij? Wie is bevoegd het resultaat te
autoriseren/goed te keuren door vast te stellen of (a) aan
doelstelling is voldaan en (b) overeenkomstig procesgang
gehandeld is. De goedkeurder ziet er op toe dat eventuele
beoordelingsresultaten adequaat zijn verwerkt. De
goedkeurder bepaalt uiteindelijk welke rollen betrokken zijn
bij het ‘Uitvoeren en Beoordelen/Controleren’. Deze
kernvragen zijn gesteld vanuit de leveranciersrol. Daarbij
wordt ‘goedkeuren’ gebruikt voor de rol die het
deelresultaat van een subproces vrijgeeft. De rol wordt
proceseigenaar genoemd indien het gaat om
resultaatverantwoordelijkheid voor gehele processen. We gaan
hier zodadelijk op in.
Relatie met functiescheiding
In de administratieve organisatie (AO) binnen de financiële
wereld wordt vaak functiescheiding toegepast. Deze
‘controletechnische functiescheiding en
bevoegdhedenregeling’ zoals de officiële term luidt, is
niets meer dan een specifiekere verdeling van TVB’s die we
hierboven hebben behandeld.
Functiescheiding TVB’s
- Uitvoeren Uitvoeren
- Registreren Archiveren (uitvoeren)
- Bewaren Archiveren
(uitvoeren)
- Controleren Beoordelen
- Beschikken Goedkeuren
RACI of RASCI?
Er zijn twee methoden in omloop, waarbij de rollen Informed
en Consulted hetzelfde betekenen. De RASCI-methode hanteert
een extra rol Supportive.
RASCI
RACI
Supportive
= Responsible
Responsible & Accountable = Accountable
In de vorige drukken van The Art of Management hebben we
RASCI gehanteerd. In praktijk bleek met name de rol
Supportive dit voor veel verwarring te zorgen. RACI is
eenvoudiger en sluit bovendien goed aan bij bestaande
methoden als UBGI (belastingdienst) en OMP/SqEME (politie) (zie
onderstaande figuur).
|