|
|
|
|
COMPETENTIES |
|
|
|
4.00 E M O
T I O N E L E C O M P E T E N T I E S -
gevoelskracht - VOELEN |
|
|
|
|
4.01 I N L E V I N G S V E R M O G E N
synoniemen:
empathisch vermogen, empathie, sensitief gedrag, tact
- Luisteren naar en meedenken met anderen, onderkennen
van gevoelens en behoeften van anderen, zich verplaatsen
in anderen en bewust omgaan met verschillende
achtergronden en belangen
- Niveau 1 Ontvankelijk zijn voor anderen
- luistert actief en goed en toont geduld
- neemt anderen serieus en toont respect en begrip
- is belangstellend, betrokken en meelevend
- verplaatst zich in de situatie of belevingswereld van
anderen; onderkent gevoeligheden, emoties, twijfels en
irritaties van anderen
- Niveau 2 - Verplaatsen in en ondersteunen van anderen
- houdt rekening met de belangen van anderen
- gaat goed om met de emoties van anderen en zichzelf en
geeft daarbij duidelijk aan wat de grenzen zijn
- denkt mee, creëert vertrouwen en ondersteunt
- brengt in een groep de onderlinge omgang ter sprake op
een manier die door de anderen wordt geaccepteerd
- Niveau 3 Omgaan met verschillen
- schakelt gemakkelijk tussen verschillende rollen
- kan bij complexe situaties de verschillende belangen
goed inschatten
- is zich bewust van de eigen positie en invloed van
beslissingen op anderen en houdt hier rekening mee
- spreekt anderen aan op hun ontwikkeling en bijdrage;
stelt zich daarbij kritisch op vanuit een begripvolle
houding
- gaat op zoek naar onderliggende problemen, redenen en
oorzaken voor iemands gevoelens, gedragingen of belangen
|
|
|
|
4.02 I N T E G R I T E I T
synoniemen: respect, eerlijkheid,
betrouwbaarheid, verantwoordelijkheidsbesef
- Handelen – in woord en gedrag – in lijn met algemeen
aanvaarde sociale en ethische normen en waarden, ook onder
moeilijke omstandigheden en/of druk om hier vanaf te
wijken. Het daarop aanspreekbaar zijn en het aanspreken
van anderen hierop.
- V E R A N T W O O R D E L I J K
H E I D S B E S E F - Houdt bij doen en laten rekening met algemene en in
organisatie geldende sociale en ethische normen.
` |
|
|
4.03 Z E L F V E R T R O U W E N
synoniemen:
zelfbewustheid, zelfverzekerdheid, impact
- Het vermogen om weloverwogen en zelfbewust te
besluiten en acties te ondernemen, ook in moeilijke
omstandigheden.
- Niveau 1 - Vertrouwen op eigen standpunten
- houdt afstand om alle relevante aspecten te overwegen,
en vormt zich een eigen, weloverwogen, onafhankelijke
mening
- heeft vertrouwen in eigen standpunten en draagt deze
uit
- Niveau 2 - Zich zelfbewust presenteren
- gelooft in eigen visie ook als anderen het er niet mee
eens zijn
- stelt zich kwetsbaar op en geeft gemaakte fouten
openlijk toe
- positioneert zich door deskundigheid uit te stralen
middels een overtuigende inbreng in discussies omtrent het
eigen vakgebied
- heeft een stevige en weerbare opstelling in contacten
- neemt tegenstand of weerstand niet persoonlijk op
- Niveau 3 - Anderen stimuleren tot een zelfbewuste
houding
- creëert de juiste atmosfeer waarin gevoelens en
emoties kunnen worden getoond, men stelt zich kwetsbaar
durft op te stellen en gemaakte fouten openlijk durft toe
te geven
- zet eigen visie neer en confronteert anderen als die
een andere visie hebben op een constructieve en kalme
wijze
- stimuleert anderen te vertrouwen op eigen kunnen
- Z E L F S T U R I N G -
Een eigen koers kiezen en weten te realiseren in en buiten
de organisatie, rekening houdend met de eigen persoonlijke
missie, visie of drijfveren, sterke en zwakke kanten,
interessen, waarden en ambities.
|
|
|
4.04 M O E D
synoniemen:
lef, durf, risico's durven nemen
- Op eigen verantwoordelijkheid nemen van
(gecalculeerde) risicovolle beslissingen in situaties die
direct optreden verlangen ook als dit nadelige gevolgen
kan hebben voor de eigen positie. Lastige situaties
aanpakken: er niet omheen lopen.
- Niveau 1 - Doortastend en respectvol handelen
- kiest in verschillende situaties het juiste gedrag
- is niet bang en gaat – waar nodig - de confrontatie
aan
- laat zich aanspreken op gedrag, stelt zich open voor
feedback
- toont altijd respect voor de ander
- Niveau 2 - Het nemen van risico en
verantwoordelijkheid
- neemt verantwoorde, gecalculeerde risico's
- gaat goed om met verschillende soorten gedrag van
mensen en kan hier op inspelen
- handelt vanuit zelfvertrouwen en eigen overtuiging,
neemt beslissingen en neemt hiervoor de
verantwoordelijkheid
- neemt standpunten in en dwingt hiermee respect af
- Niveau 3 - Uitstraling hebben
- handelt onder druk en in risicosituaties weloverwogen
en daadkrachtig
- draagt bij aan crisismanagement en neemt het voortouw
bij het managen van crisissituaties
- betrekt collega's bij het beslechten van een probleem
of vraagstuk en geeft blijk van vertrouwen in de expertise
van de ander
- straalt gezag en vertrouwen uit en verwerft aanzien
door krachtig, consistent, consequent en vastberaden
optreden
|
|
|
4.05 S T R E S S B E S T E N D I G H E I D
- Effectief blijven presteren onder werkdruk, tijdsdruk,
bij tegenslag, tegenspel, teleurstelling en/of kritiek.
Laat zich niet van zijn stuk brengen.
- Gedragskenmerken:
- Niveau 1 - Onder grote druk rustig blijven en
professioneel afhandelen van zijn eigen werk
- reageert rustig en vriendelijk in hectische en
onvoorziene situaties
- toont zelfbeheersing in situaties die emoties oproepen
- blijft onder (tijds)druk effectief en geconcentreerd
werken
- behoudt bij confrontaties een correcte en tactvolle
houding
- Niveau 2 - Prioriteren en relativeren
- gaat constructief om met kritiek van anderen en blijft
bereid zijn/haar eigen aanpak te toetsen
- brengt bij (tijds)druk prioriteiten aan en blijft
doeltreffend en tactisch handelen
- presteert langdurig goed onder tijdsdruk, tegenslag en
bij complicaties
- Niveau 3 - Herkennen van stressfactoren en hierop
adequaat reageren
- herkent stressfactoren en maakt deze bespreekbaar door
het proces met anderen te analyseren
- plant en structureert voor zichzelf en anderen op een
dusdanige manier dat stress wordt voorkomen
- vertoont voorbeeldgedrag door onder grote druk in
complexe situaties positief en optimistisch te blijven
|
|
|
|
|
|
|
|
V O R I G E
|
V O L G E N D E
|
|
|