|
|
|
|
COMPETENTIES |
|
|
|
3.00 I N T
E L L E C T U E L E C O M P E T E N T I E S
- denkkracht - DENKEN |
|
|
|
|
3.01 A N A L Y T I S C H V E R M
O G E N
synoniemen: probleemanalyse
- Signaleren van problemen, verbanden zien, gegronde
conclusies trekken en consequenties inschatten. Deelt complexe problemen op in onderdelen en
onderscheidt hoofd- en bijzaken. Maakt gebruik van logica.
Zie schema problemen.
- Niveau 1 - De essentie van het probleem zien
- stelt gerichte vragen om een probleem helder te
krijgen
- gaat systematisch en gestructureerd te werk in het
analyseren van een probleem
- verzamelt relevante informatie
- onderscheidt hoofd- en bijzaken in de aangeleverde
informatie
- Niveau 2 - Verbanden leggen en oorzaken zien
- benadert een probleem vanuit verschillende
invalshoeken en komt tot een genuanceerd oordeel
- weet wanneer de verzamelde informatie voldoende is
voor het trekken van conclusies; maakt onderscheid tussen feitelijke informatie en
interpretaties/veronderstellingen.
- legt verbanden tussen verschillende soorten informatie
- trekt conclusies over oorzaken en gevolgen (symptomen)
van problemen
- Niveau 3 - Complexe analyses maken
- overziet gevolgen op lange termijn
- heeft inzicht in (onderliggende)
belangentegenstellingen
- plaatst het probleem in een ruimere context dan
zijn/haar eigen vakgebied
- ziet grote lijnen en tilt vraagstukken op een hoger
abstractieniveau
- brengt complexe, soms tegenstrijdige informatie terug
tot de kern
- I N F O R M A T I E A N A
L Y S E (synoniemen: verzamelen en behandelen van
informatie, beeldvorming) - Zoekt alle beschikbare, relevante informatie bij
elkaar om zich een oordeel te vellen. Vindt de weg in het
informatienetwerk en maakt effectief gebruik van
informatiebronnen. Brengt ordening aan in complexe
informatie en maakt deze voor anderen toegankelijk. Legt
verbanden tussen gegevens. Herkent en signaleert
belangrijke informatie in een informatierijke omgeving.
|
|
|
|
3.02 O O R D E E L S V O R M I N G
synoniemen: oordelen, onafhankelijkheid
- Op basis van beschikbare informatie komen tot
realistische, onderbouwde en bruikbare conclusies over
mogelijke alternatieve handelwijzen.
- Niveau 1 - Een oordeel vormen op basis van feiten en
vanuit verschillende invalshoeken
- kan snel en efficiënt juiste informatie vergaren
- weegt alternatieven af
- staat open voor de mening van anderen
- kan eigen mening goed onderbouwen
- overziet effecten van acties en besluiten die
gebaseerd zijn op de eigen mening
- Niveau 2 - Alternatieven afwegen en innemen van
standpunten
- neemt in afweging meerdere
invalshoeken of criteria mee, zoals klantenbelangen,
kwaliteit, efficiëntie en kosten, praktische houdbaarheid,
personeel, doelstellingen op korte en lange termijn
- neemt ten aanzien van vraagstukken een persoonlijk
standpunt in en kan duidelijk aangeven op basis waarvan
hij/zij tot een bepaald oordeel is gekomen
- betrekt mogelijke neveneffecten van zijn/haar
standpunt in de overwegingen
- is in staat in complexe vraagstukken te beargumenteren
waarom en in welke mate een bepaald alternatief de
voorkeur verdient boven andere alternatieven
- Niveau 3 - Stimuleren van anderen om tot een goed
onderbouwd en genuanceerd oordeel te komen, leidend tot
interactie
- maakt onderscheid in hoofd- en bijzaken en prioriteert
hoofdzaken
- schetst de gevolgen van het oordeel op korte en lange
termijn en houdt daarbij rekening met onzekere factoren
- stimuleert interactie over meningen en oordelen
-
O N A F H A N K E L I J K H E I D - Gaat niet af op meningen en
reacties van anderen, maar vormt zelfstandig een mening
zonder zich te laten beïnvloeden door anderen. Vaart een
eigen koers.
|
|
|
3.03 O M G E V I N G S B E W U S T Z I J N
synoniemen:
ketendenken
- Volgt relevante ontwikkelingen in de omgeving van de
organisatie en benut deze kennis ten behoeve van de
organisatie en/of het vakgebied.
- Niveau 1 - Zich informeren over externe ontwikkelingen
- is op de hoogte van actuele zaken, weet wat er speelt
op maatschappelijk, politiek, technologisch en economisch
gebied
- stelt zich op hoogte van ontwikkelingen binnen het
eigen vakgebied
- wisselt regelmatig van gedachten met anderen over de
externe ontwikkelingen
- Niveau 2 - Actief gebruik maken van zijn kennis van de
externe ontwikkelingen
- communiceert regelmatig over de betekenis die aan
externe ontwikkelingen moet worden toegekend
- participeert in kennisnetwerken
- maakt gebruik van zijn kennis van ontwikkelingen in
zijn werk
- Niveau 3 - Bevorderen van het omgevingsbewustzijn
- treedt binnen het vakgebied op als vraagbaak voor
anderen
- vertaalt relevante externe ontwikkelingen naar de
eigen organisatie
- ondersteunt en stimuleert anderen om informatie uit te
wisselen over relevante externe ontwikkelingen
|
|
|
3.04
C R E A T I V I T E I T
synoniemen:
vindingrijkheid, innoveren, vernieuwingsgerichtheid,
oplossingsgerichtheid
- Benaderen van vraagstukken vanuit verschillende
invalshoeken, met originele en nieuwe ideeën en
oplossingen komen, en doorbreken van gevestigde
denkpatronen.
- Niveau 1 - Op een andere dan de gebruikelijke manier
naar vraagstukken kijken en kritisch en doordacht reageren
- benadert vraagstukken vanuit verschillende
invalshoeken
- is niet gebonden aan vaste patronen en (denk)kaders
- verbetert bestaande werkwijzen
- haakt in op nieuwe zienswijzen
- Niveau 2 - Met nieuwe of alternatieve ideeën en
oplossingen voor de dag komen
- benadert vraagstukken vanuit nieuwe en onverwachte
invalshoeken
- denkt conceptueel na over vraagstukken
- brengt bestaande ideeën en oplossingen met elkaar in
verband om tot een nieuwe oplossing of nieuw idee te komen
- komt regelmatig met ongebruikelijke en innovatieve
voorstellen en ideeën
- Niveau 3 - Zelf vernieuwend en origineel zijn en
anderen hiertoe aanzetten
- ondersteunt en inspireert medewerkers in een
vernieuwend denkproces
- creëert synergie tussen de eigen ideeën en die van
anderen om tot vernieuwende voorstellen te komen
- draagt ertoe bij dat vernieuwende ideeën in de
organisatie tot uitvoering worden gebracht
- schept een klimaat waarin creativiteit gestimuleerd
wordt
- I N N O V E R E N - Het hebben en stimuleren van nieuwe, originele ideeën,
werkwijzen en toepassingen. Zich met een onderzoekende en
nieuwsgierige geest richten op toekomstige vernieuwing van
strategie, producten, diensten en markten (synoniemen:
vernieuwingsgerichtheid).
- Niveau 1 - Ideeën aandragen
- bedenkt creatieve oplossingen voor vraagstukken
- staat open voor ideeën van anderen
- kan improviseren
- Niveau 2 - Voorstellen van creatieve alternatieven
- signaleert belangrijke ontwikkelingen en trends en
speelt daar adequaat op in
- bedenkt (nieuwe) oplossingen voor complexe problemen
- genereert, ook samen met anderen, nieuwe ideeën voor
de ontwikkeling van het vak
- Niveau 3 - Stimuleren van vernieuwing
- maakt zich los uit bestaande denkkaders
- creëert een stimulerende leeromgeving
- stimuleert anderen tot innovatief gedrag
-
O P L O S S I N G S G E R I C H T H E I D - Denken in termen van oplossingen, problemen niet
negeren en niet nodeloos problematiseren
- Niveau 1 - Signaleren van problemen
- merkt problemen/knelpunten tijdig op
- informeert anderen over de gesignaleerde
problemen/knelpunten
- brengt problemen helder onder woorden en draagt
oplossingen aan
- Niveau 2 - Inschatten van en omgaan met problemen
- schat de ernst van het probleem in
- komt met ideeën of acties gericht op oplossingen van
problemen
- onderzoekt de oorzaak van problemen en zoekt naar
structurele oplossingen
- Niveau 3 - Stimuleren van oplossingsgericht denken
- ziet problemen aankomen en speelt hier tijdig op in
- begeleidt en ondersteunt anderen bij het oplossen van
problemen
- koppelt terug over oplossingen voor problemen en
evalueert het resultaat
- treedt, indien nodig, op als bemiddelaar
|
|
|
3.05 V A K M A N S C H A P
synoniemen:
professionaliteit, professioneel
- De mate waarin wordt beschikt over inhoudelijke
vakkennis, deskundigheid en vaardigheden, benodigd om het
vak adequaat uit te oefenen
- Niveau 1 - Beschikken over en toepassen van kennis en
vaardigheden om functie naar behoren te vervullen
- heeft voldoende kennis van zaken
- voert opdrachten goed uit binnen de afgesproken kaders
- schat situaties goed in
- past zijn kennis en vaardigheden adequaat toe
- houdt zijn vak bij
- Niveau 2 - Zelfstandig handelen en initiatief tonen
binnen eigen vakgebied
- beschikt over diepgaande en actuele kennis en
vaardigheden op het vakgebied
- is actief gericht op het delen van eigen vakkennis met
anderen en maakt ook gebruik van de vakkennis van anderen.
- handelt zelfstandig, zorgvuldig en resultaatgericht
- Niveau 3 - Excellent zijn op het vakgebied en
stimuleren van anderen tot competentieontwikkeling
- draagt er actief aan bij dat het kennis- en
vaardighedenniveau van de organisatie op peil blijft
- zorgt voor een excellent niveau van dienstverlening
vanuit het eigen werkgebied
- heeft kennis van nieuwe (technologische)
ontwikkelingen op het vakgebied en in aanverwante en
ondersteunende werkgebieden en gebruikt deze informatie
effectief bij de uitvoering van het eigen werk.
|
|
|
|
|
|
|
|
V O R I G E
|
V O L G E N D E
|
|
|