|
|
|
|
COMPETENTIES |
|
|
|
2.00 S O C
I A A L - C O M M U N I C A T I E V E C O M P
E T E N T I E S |
|
|
|
|
2.01 S A M E N W E R K E N
synoniemen:
werken in teamverband, collegialiteit
- De bereidheid en het vermogen om samen te werken met
anderen aan een gemeenschappelijk doel, ook wanneer dit
doel niet onmiddellijk van persoonlijk belang is.
- Niveau 1 - Meewerken en informeren van anderen
- toont belangstelling voor collega's en biedt op
verzoek hulp aan
- komt afspraken na
- deelt informatie en ervaringen met anderen
- geeft eigen mening en vraagt mening van collega's en
houdt hier rekening mee
- draagt bij aan gemeenschappelijk doel
- Niveau 2 - Op eigen initiatief met anderen werken aan
een gezamenlijk resultaat
- biedt gevraagd en ongevraagd hulp aan en vraagt waar
nodig zelf om hulp
- maakt heldere en meetbare afspraken
- wisselt op eigen initiatief informatie/kennis en
ideeën met medewerkers/collega's uit in het kader van het
gemeenschappelijke doel
- verwerkt meningen van anderen in eigen ideeën, plannen
en werkwijzen
- Niveau 3 - Stimuleren van samenwerking
- moedigt anderen aan om samen te werken en hun ideeën
te uiten
- komt met ideeën om het gezamenlijke resultaat te
verbeteren
- stimuleert medewerkers/collega's om periodiek met
elkaar informatie/kennis te delen
- bevordert de goede verstandhouding en geeft opbouwende
kritiek en feedback
- C O L L E G I A L I T E I T (synoniemen:
teamplayer) - Actief samenwerken binnen een team; teamleden
helpen en ondersteunen om bij te dragen bij aan het
realiseren van gemeenschappelijke doelstellingen.
- Niveau 1 - Openstaan voor en
vertrouwen van teamleden
- draagt actief bij aan een
prettige werksfeer
- is sociaal, toont vertrouwen in
en heeft belangstelling voor andere teamleden
- komt afspraken na
- staat open voor kritiek en
vragen van anderen
- schermt het werk of eigen
vakgebied niet af
- Niveau 2 - Actief samenwerken in
teamverband
- delegeert taken en is bereid
taken van anderen op zich te nemen
- toont respect voor andermans
vaardigheden, kennis en potenties
- geeft feedback aan anderen en
vraagt hier ook zelf om
- doet aan teambuilding en benut
samenwerking ten behoeve van de organisatie
- levert een bijdrage aan de
strategische ontwikkeling van het team
- Niveau 3 - Stimuleren van
samenwerking en vertonen van voorbeeldgedrag
- motiveert en stimuleert anderen
om hun best te doen en 'ervoor te gaan'
- brengt knelpunten en conflicten
binnen het team ter sprake en zorgt ervoor dat conflicten
worden opgelost
- is zich bewust van zijn rol en
verantwoordelijkheden binnen het team en de invloed
hiervan op anderen
|
|
|
|
2.02 B E T R O K K E N H E I D
synoniemen: loyaliteit
- Zich verbonden voelen met en loyaal zijn aan de
organisatie en het werk.
- Niveau 1 - Verantwoordelijkheid nemen voor eigen werk
- accepteert de doelen en waarden van de organisatie
- committeert zich aan de werkwijzen van de organisatie
en handelt daarnaar
- staat voor het eigen werkgebied in relatie tot het
organisatiebelang
- is trots op de organisatie
- Niveau 2 - Handelen in het belang van de organisatie
- draagt bij aan de doelen en waarden van de organisatie
- stelt zich expliciet achter genomen beslissingen en
verdedigt deze beslissingen, waar nodig, binnen en buiten
de organisatie
- is bereid zich extra in te spannen voor de organisatie
- stelt het organisatiebelang voorop
- Niveau 3 - Stimuleren van betrokkenheid
- heeft voortdurend zicht op het functioneren van
medewerkers en/of collega's en corrigeert of ondersteunt
waar nodig
- weet anderen te motiveren en te binden ten behoeve van
een gezamenlijk doel
- draagt de doelen en waarden binnen en buiten de
organisatie uit
|
|
|
2.03 O R G A N I S A T I E B E W U S T Z I J N
synoniemen: politieke-, organisatiesensitiviteit, draagvlak
creëren
- Het vermogen om relaties en effecten van -politieke-
krachtenvelden binnen (en buiten) de organisatie in te
schatten en te begrijpen en op basis hiervan te handelen.
- Niveau 1 - Inzicht hebben in de organisatie
- kent de formele en informele structuur van de
organisatie en begrijpt de eigen positie daarbinnen
- kent de formele besluitvormingsstructuur van de
organisatie: beleid, regels en procedures
- heeft inzicht in de informele besluitvormingstructuur
- heeft oog voor de organisatiecultuur
- Niveau 2 - Handelen op basis van kennis van de
organisatie en omgevingsontwikkelingen
- schat in wat de gevolgen van handelingen en adviezen
zijn, vanuit een goed inzicht in de organisatie
- is op de hoogte van de ongeschreven spelregels en kent de weg binnen de eigen
informele organisatie en maakt daar effectief gebruik van
- is in staat draagvlak te verwerven/creëren; legt
contacten met andere afdelingen/instanties zet bruikbare,
ondersteunende netwerken op
- signaleert relevante omgevingsontwikkelingen en
integreert deze in het werk
- draagt bij aan de bevordering van de gewenste
organisatiecultuur
- Niveau 3 - Bevorderen van het organisatiebewustzijn
- maakt een inschatting van de (politieke) haalbaarheid
van de ontwikkelde of te ontwikkelen plannen, voorstellen
en adviezen
- kent de omgevingsfactoren waarbinnen betrokken
partijen zich bewegen en begrijpt onderliggende issues en
(politieke) krachten
- is medeverantwoordelijk voor het realiseren van de
gewenste organisatiecultuur
- geeft anderen inzicht in de krachtenvelden in en om de
organisatie
|
|
|
2.04 N E T W E R K E N
synoniemen: opbouwen en onderhouden van relaties
- Zoeken, opbouwen en onderhouden van contacten en
samenwerking met collega's, klanten en overige potentiële
relaties die van belang zijn voor de doelen van de
organisatie en/of het - onderdeel.
- Niveau 1 - Onderhouden van contacten
- houdt belangrijke ontwikkelingen in het netwerk bij
- toont interesse voor de zakelijke en persoonlijke
omstandigheden van de gesprekspartner, luistert actief en
gaat gesprek aan
- onderhoudt makkelijk contacten in uiteenlopende
situaties
- neemt regelmatig opnieuw contact op met anderen om
bestaande netwerk te onderhouden
- bezoekt gelegenheden waar hij kans heeft zijn netwerk
te onderhouden
- Niveau 2 - Leggen van nieuwe contacten
- speelt goed in op belangrijke ontwikkelingen in het
netwerk
- spreekt eigen netwerk aan als hij specifieke kennis of
informatie nodig heeft
- brengt mensen met elkaar in contact, stelt hen aan
elkaar voor en stimuleert informatie-uitwisseling
- voelt zich op zijn gemak tussen (on)bekenden, kan
achtergronden en relaties inschatten, stapt zelf op mensen
af, maakt een afspraak voor een nieuw contactmoment
- zoekt samenwerking met interne en externe partners uit
wederzijds belang
- Niveau 3 - Uitbouwen professioneel en invloedrijk
netwerk
- anticipeert op belangrijke ontwikkelingen in het
netwerk
- gaat samenwerkingsverbanden aan waardoor de
organisatie haar doelen beter kan waarmaken
- wendt het eigen netwerk aan om anderen te ondersteunen
- stimuleert anderen hun interne en externe contacten te
onderhouden en nieuwe contacten te leggen, geeft tips
|
|
|
2.05 K L A N T G E R I C H T H E I D
synoniemen: servicegerichtheid
- Het vermogen in te spelen op en tegemoet te komen aan
vragen, wensen, behoeften en belangen van zowel interne
als externe klanten.
- Niveau 1 - Servicegericht zijn
- stelt zich hulpvaardig op bij vragen van klanten
- onderneemt snel en adequaat, concrete acties naar
aanleiding van klantvragen
- is gericht op het leveren van kwaliteit
- toont integriteit en eerlijkheid in het contact en
maakt heldere afspraken over service, kwaliteit en
levering.
- Niveau 2 - Op eigen initiatief komen met passende
voorstellen en actief meedenken met de klant
- stelt zich actief hulpvaardig en adviserend op voor
klanten; heeft grondige kennis van de klant
- streeft actief naar verhoging van de klanttevredenheid
en kwaliteitsverbetering
- onderhoudt de relatie met de klant en werkt aan
potentiële relaties
- Niveau 3 - Stimuleren van anderen om de
dienstverlening aan klanten te optimaliseren
- denkt spontaan met de klant mee, hoort zonodig de
vraag achter de vraag en ziet mogelijkheden en beperkingen
- vertaalt de informatie van de klant door naar een
realistisch concept gericht op toegevoegde waarde voor
klanten
- onderneemt extra acties om de relatie met klanten op
te bouwen en/of te bestendigen
- stimuleert en faciliteert anderen om actief
klantgericht te opereren
|
|
|
2.06 O V E R T U I G I N G S K R A C H T
synoniemen: overwicht, conflicthantering, beïnvloeding,
onderhandelen
- Door juiste argumenten -op het
juiste moment en met een passende stijl- instemming
verkrijgen voor ideeën en voorstellen. Op een niet kwetsende tactvolle
manier opkomen voor de eigen mening, behoeften of
belangen (=assertiviteit). Belangentegenstellingen met een
grote emotionele lading op een tactvolle wijze hanteren en
oplossen (=conflicthantering). Zie
invloeds- en
conflicthanteringstrategieën.
- Niveau 1 - Helder en logisch argumenteren
- geeft een goede onderbouwing van de eigen mening en
verwoordt deze duidelijk
- gelooft in eigen standpunt en weet dit over te brengen
- toont begrip voor meningen en standpunten van anderen
- Niveau 2 - Zich verplaatsen in de ander en met
verschillen in standpunten kunnen omgaan
- beargumenteert eigen mening vanuit verschillende
perspectieven
- geeft aan wat de voordelen zijn van eigen mening voor
de ander
- weerlegt door middel van argumenten de mening of
bezwaren van anderen
- Niveau 3 - Overtuigend zijn in situaties met
uiteenlopende belangen en ondersteunen van anderen om
voorstellen gerealiseerd te krijgen
- herkent en erkent onderliggende belangen en emoties en
geeft gezamenlijke belangen aan
- weet door voorbereiding, vasthoudendheid en het
uitstralen van geloof in het eigen standpunt weerstanden
overwinnen
- geeft anderen ondersteuning om beter te argumenteren
en de juiste tactiek te kiezen
- O N D E R H A N D E L E N - Het
bereiken van doelen in overleg met andere belanghebbenden
en het daarbij eens worden zonder elkaars belangen uit het
oog te verliezen op een wijze die bij beiden partijen tot
overeenstemming en acceptatie leidt.
- O V E R W I C H T - Van nature invloed uitoefenen op
anderen en als autoriteit geaccepteerd worden.
- Gedragskenmerken:
- weet aandacht te verkrijgen als
hij spreekt
- wekt een professionele, ter zake
kundige indruk door het tonen van verstand van zaken
- heeft stijl en uitstraling en
maakt een zelfverzekerde indruk
|
|
|
2.07 C O M M U N I C A T I E V E V A A R D I G H E
D E N
synoniemen: mondelinge/schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid,
~ presentatie,
~ communicatief, ~ communiceren, presenteren,
gespreksvaardigheid
- Ideeën en informatie, zowel mondeling als schriftelijk
helder en duidelijk kunnen overbrengen, zodanig dat de
essentie wordt begrepen, met een effectief gebruik van de
bestaande communicatiemiddelen. Gebruikt afhankelijk van de situatie of
het doel een geschikte vaardigheid of een passende wijze
van communiceren (mondeling, schriftelijk etc.).
- Niveau 1 - Luisteren en overbrengen
- brengt een heldere en logische structuur aan
in de informatie, door vorm en opbouw; to-the-point, wijdt
niet onnodig uit
- gebruikt taal die aansluit bij de boodschap en
doelgroep, gebruikt geen onnodig vakjargon
- mondeling: spreekt rustig en duidelijk
verstaanbaar Nederlands (snelheid, volume, articulatie);
maakt hierbij effectief gebruik van woord, gebaar en
hulpmiddelen.
- schriftelijk: Schrijft helder, beknopt en foutloos
(woordkeuze, spelling, grammatica);
- toont belangstelling en betrokkenheid en luistert
actief naar anderen; vraagt de ander naar zijn mening,
advies en welbevinden
- is in uitleg rustig en zeker, net zolang totdat de
boodschap volledig bij de ander is overgekomen
- Niveau 2 - Effectief en efficiënt informatie zenden en
ontvangen
- presenteert zich gemakkelijk en legt contacten in
verschillende sociale en multiculturele omgevingen
- bouwt een betoog logisch op en houdt de aandacht vast
- toetst of boodschap is overgekomen op doelgroep
- stelt zich open voor overleg
- onderkent (non)verbale communicatie
- Niveau 3 - Zorgdragen voor een goed
communicatieklimaat
- heeft aandacht voor andermans behoeften, belangen,
emoties en opvattingen en anticipeert hierop door verbale
en non-verbale communicatiestijl aan te passen
- maakt complexe onderwerpen begrijpelijk voor anderen
- stimuleert anderen tot helder communiceren
- bevordert de onderlinge communicatie
- P R E S E N T E R E N (van ideeën)
- De eigen visie, ideeën of mening
helder, duidelijk en zodanig boeiend of enthousiasmerend
overbrengen op anderen.
- Gedragskenmerken:
- Weet de aandacht van de
gesprekspartners te verkrijgen door een kernachtig
verhaal, op de toehoorders afgestemde voorbeelden, een
boeiende verteltrant, een enthousiaste houding
- Gebruikt een logische opbouw
(komp/romp/staart). Houdt een samenhangend helder betoog waarin hoofd- en bijzaken gescheiden zijn
- Gebruikt leermiddelen zoals een
overheadprojector, videoapparaat, flip-over, whiteboard
e.d. op adequate wijze.
- G E S P R E K S V A A R D I G H
E I D - Het in gesprekken zodanig
structureren, optreden en interveniëren dat het beoogde
resultaat op effectieve wijze wordt bereikt (synoniemen:
luisteren).
- Gedragskenmerken:
- Bereidt belangrijke gesprekken
voor, zorgt dat hij het doel en de door hem gewenste
aanpak kan aangeven
- Brengt structuur aan in het
gesprek: inleiding, doel aanpak, kop/romp/staart,
afsluiting
- Toont vaardigheid in het
luisteren, samenvatten de
doorvragen (LSD).
|
|
|
|
|
|
|
V O R I G E
|
V O L G E N D E
|
|
|