Algemeen beleid Het algemeen beleid is een
vertaling van de missie van een organisatie. Dit beleid
geeft de doelen en doelstellingen aan die een organisatie
heeft geformuleerd, geeft aan hoe men de organisatie wil
besturen en beheren en vormt de leidraad voor de acties van
de organisatie (Definitie PEP/MSU+).
Artikelgroep Zie Inkooppakket.
Artikelgroepstrategie Zie strategie per
inkooppakket. Inkooppakket of artikelgroep: een groep
producten (goederen of diensten), die gekocht worden op de
leveranciersmarkt, hetzij om verwerkt te worden in een
product, hetzij ten behoeve van de eigen processen.
Voorbeelden zijn soortgelijke producten (productfamilies)
zoals IT, Telefonie, Catering, Gereedschappen,
Kantoorbehoeften, Aannemerij, Schoonmaak, Lease auto’s.
Inkoopbeleid Het inkoopbeleid (of inkoopstrategie)
is een vertaling van het algemeen beleid naar inkoop. Het
zijn de algemene uitgangspunten met betrekking tot inkoop,
die door de organisatie zijn vastgesteld, en die door de
medewerkers in al hun beslissingen (voor zover relevant)
moeten worden meegenomen. Hier zijn ook de strategische
doelstellingen voor de langere termijn opgenomen. Tevens
wordt er rekening gehouden met ideële keuzen (bijvoorbeeld
politiek of economisch, zoals het bevorderen van de lokale
werkgelegenheid of duurzaam inkopen). Zo kan in het
inkoopbeleid opgenomen zijn dat bepaalde pakketten lokaal
moeten worden ingekocht. (Definitie PEP/MSU+).
Inkoopplan Het inkoopbeleid wordt vertaald in
inkoopplannen. Deze plannen zijn een verzameling
activiteiten, die gericht zijn op het realiseren van het
inkoopbeleid. Zo zijn in een inkoopplan o.a. de taken, de
verantwoordelijkheden en het inkoopbudget opgenomen naast
natuurlijk het tijdspad waar het plan betrekking op heeft.
Leveranciersdifferentiatie Het is noodzakelijk om
niet alle inkooppakketten en leveranciers over één kam te
scheren. Voor verschillende inkooppakketten en leveranciers
kunnen (en moeten!) onderscheidende strategieën en acties
ontwikkeld en gebruikt worden. Een eerste differentiatie is
het onderscheid tussen strategische en niet-strategische
leveranciers. Een uitgebreid onderscheid tussen leveranciers
kan worden vastgesteld met behulp van bijvoorbeeld een
leveranciersportfolioanalyse. ‘Wereldklasse’ organisaties
baseren de strategieën voor hun leveranciers op
inkooppakketstrategieën en portfolioanalyses.
Leveranciersbestand Bestand waarin alle
leveranciers en eventueel ook mogelijke leveranciers in zijn
opgenomen.
Leverancierskwalificatiesysteem (eenvoudig) Is
bijvoorbeeld een systeem waarbij alle leveranciers een kleur
krijgen toegewezen; groen – de organisatie kan doorgaan met
deze leverancier, geel – potentiële leverancier voor de
toekomst of, indien deze leverancier reeds levert: er zijn
verbeteringsacties noodzakelijk, rood – geen geschikte
leverancier resp. niet meer verder gaan met deze
leverancier.
Leveranciersmetingsysteem Is een gereedschap om de
prestatie van de leverancier op een regelmatige basis te
meten / monitoren. Eenvoudige leveranciersmetingsystemen
zijn gericht op de leveranciersprestatie binnen het
orderrealisatieproces en meten alleen de kwaliteit en
leveringsbetrouwbaarheid.
Meer geavanceerde leveranciersmetingsystemen richten zich
ook op het innovatieproces voor producten en processen en:
- meten alle relevante leveranciers (over het algemeen
strategische leveranciers) en hebben vastgelegde regels
over wanneer, wat en wie gemeten dient te worden;
- stellen zo objectief mogelijke metingen vast, die als
regel door het informatiesysteem automatisch gegenereerd
worden;
- kennen vastgestelde, heldere en gewogen criteria (in
lijn met de organisatiedoelstellingen);
- beoordelen meer subjectieve aspecten binnen een
multidisciplinair team;
- geven terugkoppeling over de gemeten prestaties aan
leveranciers en belanghebbenden;
- bespreken samen met de leverancier
verbeteringsprogramma’s;
- stellen heldere doelstellingen voor verwachte
prestaties en verbeteringen vast.
Leveranciersprofiel Een leveranciersprofiel vat de
belangrijkste karakteristieken van een leverancier samen,
zoals: algemene informatie (bijvoorbeeld naam en
adresgegevens), organisatie (bijvoorbeeld structuur),
klanten, producten / processen / markt, financieel,
kwaliteit, omgeving, ontwikkeling, (productie), logistiek,
service / garantie en ervaringen. Leveranciersprofielen
dienen in het leveranciersselectieproces opgesteld te worden
en regelmatig geactualiseerd en gecommuniceerd te worden.
Klant Hieronder wordt zowel de interne (binnen de eigen
organisatie) als de externe (buiten de eigen organisatie)
klant verstaan.
Marktconform Houdt in dat bijvoorbeeld prijzen en
condities in overeenstemming zijn met de markt dat wil
zeggen met de prijzen en condities van andere aanbieders van
vergelijkbare producten en diensten.
Multidisciplinair team Leden van het team zijn
werkzaam op verschillende afdelingen binnen dezelfde
organisatie.
‘Open-boekbeleid‘ Beleid waarbij zowel de
organisatie als de leverancier voor bepaalde zaken volledig
open kaart met elkaar spelen. Beide partijen hebben
bijvoorbeeld inzicht in elkaars ontwikkelingsplannen.
Organisatie Wanneer er in dit model gesproken
wordt over een organisatie, dan wordt hier in de basis de
eigen juridische entiteit (rechtspersoon) bedoeld. De
juridische entiteit van de Rijksoverheid is echter zeer
groot (de Staat der Nederlanden). Hieronder vallen o.a. alle
ministeries en agentschappen. In het geval van de
Rijksoverheid wordt in dit model met een organisatie het
eigen ministerie bedoeld.
Product Onder product worden in dit model zowel
leveringen, diensten als werken verstaan of anders gezegd
goederen en diensten.
Strategische leverancier Een leverancier die in
grote mate van belang is voor de organisatie. Dit is
bijvoorbeeld een leverancier die van groot belang is voor
het primaire proces van de organisatie.
Strategie per inkooppakket Oftewel een
artikelgroepstrategie is een systematisch plan voor ieder
inkooppakket van een organisatie gericht op de realisatie
van gedefinieerde korte- en langetermijndoelstellingen.
Elementen van een dergelijke strategie zijn onder andere de
product-/proceskarakteristieken (vraagzijde), de inrichting
van het leveranciersbestand, het inkoopbeleid, de
contractvormen, de mate van investering in
leveranciersontwikkeling, het naleven van wet- en
regelgeving en de logistieke en transactionele inrichting.
Door het optimaal combineren van deze elementen kan voor
ieder inkooppakket een passende strategie opgesteld worden
voorzien van een implementatieplan en prestatie-indicatoren.
Supply Chain Management. Management gericht op het
beheersen en optimaliseren van de opeenvolgende schakels in
de keten van leveranciers tot aan de klant. Het doel is het
vergroten van de customerservice aan de consument
(bijvoorbeeld burger of patiënt) tegen zo laag mogelijke
kosten. (Definitie PEP/MSU+).
Strategische Inkoop Strategische
inkoopactiviteiten zijn die activiteiten, die de positie van
een organisatie op de middellange termijn beïnvloeden en de
voorwaarden creëren om activiteiten op overige niveaus
(zowel binnen als buiten de inkooporganisatie) effectief en
efficiënt te kunnen uitvoeren. Voorbeelden van strategische
inkoopactiviteiten zijn: besluiten omtrent inbesteden (zelf
doen) of uitbesteden, het bepalen van een strategie per
inkooppakket, het vaststellen van de hoofdlijnen van
leveranciersmanagement. (Definitie PEP/MSU+).
Tactische inkoop (ook: initiële
inkoopactiviteiten, initiële inkoop). in het specificeren
van inkoopbehoeften, het selecteren van de leveranciers en
het contracteren van de leveranciers. Het betreft hier die
activiteiten, die de voorwaarden creëren om Operationele
Inkoop haar werk te laten doen, namelijk de interne
opdrachtgevers te voorzien van de juiste goederen en
diensten. (Definitie PEP/MSU+).
Operationele inkoop De activiteiten van
operationele inkoop zijn de uitvoerende inkoopactiviteiten.
Zij richten zich met name op de verwervingsactiviteiten (het
afroepen of bestellen, het bewaken van de leveringstijden,
het bewaken van de de juistheid van de levering en de
nazorg), die plaatsvinden om de interne opdrachtgevers
daadwerkelijk te voorzien van de juiste producten, binnen de
reeds overeengekomen voorwaarden. (Definitie PEP/MSU+).
Inbesteden Zelf doen: een organisatie investeert
zelf in alle middelen om een bepaalde activiteit uit te
voeren. Doordat de overheid voor de bepaling van de grenzen
tussen inbesteden (zelf doen) en uitbesteden het volgende
formeel-juridische afbakeningscriterium hanteert, worden
alle activiteiten en leveringen binnen eenzelfde juridische
entiteit (rechtspersoon) als inbesteden aangemerkt. Voor de
rijksoverheid, die vanuit juridisch perspectief één
rechtspersoon is (de Staat der Nederlanden), betekent dit
dat alle leveringen en diensten tussen ministeries, tussen
ambtelijke diensten of agentschappen als inbesteden worden
aangemerkt. Het begrip inbesteden volgens het formeel
juridische afbakeningscriterium valt uiteen in twee
onderdelen: - Zelf doen (binnen het eigen onderdeel van
bijvoorbeeld de Staat der Nederlanden); - Werken voor
tweeden (het werken van onderdelen van de rechtspersoon
Staat der Nederlanden voor andere onderdelen van de
rechtspersoon Staat der Nederlanden). Wanneer er sprake is
van ‘werken voor tweeden’ of ‘werken voor derden’ (dus
buiten dezelfde rechtspersoon) dan wordt er in dit model
gesproken over uitbesteden (zie ook uitbesteden, werken voor
tweeden en werken voor derden).
Uitbesteden Een organisatie doet afstand van alle
middelen (activa, infrastructuur, mensen en competenties),
om vervolgens de activiteit door een andere organisatie uit
te laten voeren. Volgens deze definitie is het kopen van
producten alleen ‘uitbesteden’, als de organisatie ooit zelf
in staat was de activiteit uit te voeren (eigen
mensen/middelen), maar door een proces van desinvestering is
gegaan en niet meer in staat is deze activiteit zelf te
doen. In dit model is er sprake van uitbesteden in het geval
van werken voor tweeden en werken voor derden (zie ook
inbesteden, werken voor tweeden en werken voor derden).
Werken voor derden Werken voor een andere
rechtspersoon dan de eigen rechtspersoon (zie ook werken
voor tweeden, inbesteden en uitbesteden).
Werken voor tweeden Het werken van onderdelen van
een bepaalde rechtspersoon voor andere onderdelen van
dezelfde rechtspersoon (zie ook inbesteden, uitbesteden en
werken voor derden).
|