Hoe werkt een strategie? | |||
Strategie-ontwikkeling en strategie-implementatie zijn geen eenmalige activiteiten. Zij zijn verankerd in de besturende processen van een organisatie.
Zoals we al eerder gezien hebben vindt de besturing plaats op verschillende niveaus. De strategie wordt bepaald op het strategische besturingsniveau. Deze globale besluiten over de lange termijn koers van de organisatie zijn kaderstellend voor de lagere tactische- en operationele besturingsniveaus. Op deze niveaus wordt de strategie verder verfijnd en concreet gemaakt.
Het denken in verschillende besturingsniveaus is een veel toegepast principe. In de ruimtevaart noemt men het adaptive control. De kern is de aanpassing van de van besturing aan het beoogde doel.
|
|||
|
|||
Voorbeeld: Maanlander, verschillende niveaus van
besturing
Eerst wordt de raket zo goed mogelijk in de richting van de maan afgeschoten (strategische besturing). Maar het is onmogelijk om de sturing zo goed te doen verlopen dat verdere bijsturing niet meer nodig is. Dus heeft men bij het ontwerpen van de raket allerlei terugkoppelmechanismen ingebouwd om te kunnen sturen. De bijsturing gebeurt met hulpraketten (tactische besturing). Als het einddoel in zicht komt moet de astronaut kunnen reageren op allerlei kleine vaak onverwachte omstandigheden, die nooit allemaal van te voren te voorzien waren. Er moet dus voor gezorgd zijn dat de astronaut ook de vrijheid en de middelen heeft om heel precies te sturen. Deze sturing (operationele besturing) gebeurt door middel van luchtventieltjes. Zo wordt de raket precies op de juiste vierkante meter in een krater gezet. |
|
||
Het strategische besturingsproces geeft de ‘strategiekaders’ in de vorm van een plan aan lagere besturingsniveaus door. Deze besturingsniveaus rapporteren op hun beurt terug over de voortgang en eventuele afwijkingen. In onderstaande figuur zien we de geschakelde opbouw van de besturingsprocessen.
|
|||
|
|||
Strategische besturing | |||
Elk besturingsproces heeft de opbouw van een regelkring of PDCA-cirkel: doelen stellen (plan), uitvoeren (do), voortgang bepalen (check) en bijsturen (act). In de planning- en controlcyclus, zoals deze besturingssystematiek heet, staan plannen en rapportage centraal.
De strategische besturing draait om de bedrijfsstrategie (beleidsplan) en het bedrijfsplan (businessplan). De tactische besturingslaag werkt met diverse jaarplannen en de operationele besturingslaag kent een veelheid aan uitvoeringsplannen op jaar, maand, kwartaal en wekelijkse basis.
|
|||
Merk op dat de strategie-implementatie eigenlijk geen apart aandachtsgebied is als de besturingsprocessen op een adequate manier werken. Om te zien hoe een strategie-ontwikkeling werkt, moeten we het strategisch besturingsproces nader beschouwen.
In onderstaande figuur is rechts de PDCA-cirkel weergegeven van het strategische besturingsproces. We zien dat de act-fase ‘uitgeklapt’ is. In het reguliere besturingsproces bestaat de act-fase uit het bijsturen. De manager grijpt in, voert interventies uit, omdat het huidige plan niet gehaald dreigt te worden. De fase noemen we wel re-act, omdat er sprake is van re-actief handelen.
|
|||
Het pro-actief bedenken en ontwikkelen van nieuwe plannen en nieuwe strategieën gebeurt in een voorbereidende of ontwerpfase. Deze fase is een subproces van de PDCA-cirkel en noemen we pro-act. In de ontwerpfase wordt de bedrijfsstrategie ontwikkeld of geactualiseerd.
Men werkt daarbij veelal aan de hand van een referentiekader zoals de Balanced Scorecard of het INK-managementmodel aan een integrale visie op de managementbouwstenen van een organisatie. We behandelen dit onderwerp hier. |
|||
|
|||
|
|
||