‘De ontwikkeling van een strategie verloopt volgens een vast patroon’ aldus de Amerikaanse organisatiedeskundige Robert Quinn.
In zijn boek Beyond Rational Management betoogt hij dat de oriëntatie van een strategie in de meeste organisaties een regelmatige wijziging ondergaat.
- Effectiviteit - Veel strategieën starten met een externe oriëntatie. Wat moeten we aan onze klant leveren? Doen we de goede dingen? De focus is effectiviteit, maar het gevaar van overgevoeligheid ligt op de loer.
- Efficiëntie - Zijn eenmaal de doelstellingen op dit terrein bereikt, verschuift de oriëntatie naar de bestaande resultaten en de interne organisatie. Maken we optimaal gebruik van mensen en middelen? De nieuwe focus is efficiëntie, het gevaar van verstarring en inertie dreigt.
- Flexibiliteit - Als ook hier de doelstellingen op het gewenste niveau zijn, verschuift de oriëntatie naar flexibiliteit. Verschillende dingen doen, andere klantgroepen bedienen, met dezelfde interne organisatie, een beweging die mogelijk doorschiet naar chaos.
- Creativiteit - In de laatste fase verschuift de oriëntatie naar compleet nieuwe markten en resultaten. Het gaat nu om creativiteit, nieuwe dingen doen. Nieuwe klanten verschijnen op het toneel, waarna de cyclus weer opnieuw begint.