Voor de concurrentieanalyse van leveranciers
wordt meestal het vijfkrachten van Porter gebruikt.
Het model werkt met vijf ‘krachten’: de macht van de
leveranciers en afnemers, de mate waarin complementaire
goederen verkrijgbaar zijn, de nieuwe toetreders en de
interne concurrentie.
De analyse beoogt inzicht te bieden in
marktverhoudingen en -dynamieken. Zo kan de analyse
laten zien dat er een te grote afhankelijkheid van één
leverancier ontstaat. Om de concurrentiepositie te
versterken kan men zoeken naar alternatieve leveranciers of
zelfs besluiten leveranciers over te nemen. |
|
De macht van leveranciers Leveranciers
kunnen macht uitoefenen door te dreigen met verhoging van
kosten of verlaging van kwaliteit. De macht hangt af van (1)
de hoeveelheid leveranciers, (2) de hoeveelheid substituten,
(3) het belang van de bedrijfstak voor de leveranciers, (4)
de overstapkosten, (5) de standaardisatie van het product,
en (6) de mogelijkheden van verticale integratie
(leveranciers kunnen het product van de bedrijfstak zelf
gaan produceren, of spelers in de markt kunnen zelf het
product van de leverancier gaan produceren).
De macht van afnemers Wanneer afnemers
veel macht hebben kunnen zij de prijs onder druk zetten door
concurrenten tegen elkaar uit te spelen. De macht van de
afnemers hangt af van (1) het deel van de omzet dat door de
afnemer wordt afgenomen, (2) het belang van het product voor
de afnemer, (3) de mate van standaardisatie van het product,
(4) de overstapkosten, (5) de winsten van de afnemers, (6)
de dreiging van verticale integratie, (7) het belang van het
product van de bedrijfstak voor de kwaliteit van het product
van de afnemer, en (8) de mate waarin de koper geïnformeerd
is over de vraag, marktprijzen en kosten binnen de
bedrijfstak.
De mate waarin substituten en
complementaire goederen verkrijgbaar zijn Alle
ondernemingen concurreren in brede zin ook met andere
bedrijfstakken waar substituten worden geproduceerd. Deze
substituten beperken de potentiële opbrengsten voor een
bedrijfstak. De comple-mentaire goederen vertonen een
positieve correlatie met de markt. Wanneer bijvoorbeeld
DVD’s voor consumenten steeds aantrekkelijker worden
(bijvoorbeeld door dalende prijzen), dan zal dit een gunstig
effect hebben op de markt voor DVD-spelers.
De dreiging van nieuwe toetreders tot
de markt Nieuwkomers in een bedrijfstak streven naar
marktaandeel en zorgen voor extra capaciteit. De prijzen
kunnen hierdoor dalen of de kosten van de huidige
ondernemingen kunnen hoger worden. Beide effecten hebben een
negatief effect op de winstgevendheid.
De kans dat nieuwe toetreders de markt
betreden hangt af van de bestaande toetredingsbarrières en
de reactie van bestaande concurrenten op de nieuwkomer.
De zes belangrijkste toetredingsbarrières
zijn:
- Schaalvoordelen: schaalvoordelen zorgen voor
een barrière omdat nieuwkomers gedwongen worden tussen een
intrede op grote schaal of op kleine schaal met hogere
kosten als gevolg.
- Productdifferentiatie: wanneer gevestigde
ondernemingen merkbekendheid en loyaliteit van klanten
genieten, moeten nieuwkomers veel investeren om hier
tegenop te boksen. De hoeveelheid benodigd kapitaal: in
sommige sectoren is enorm veel kapitaal nodig voordat de
productie kan beginnen. Dit levert een grote barrière op
voor nieuwkomers.
- Overstapkosten: overstapkosten zijn de
éénmalige kosten die klanten hebben wanneer ze overgaan
naar een andere leverancier. Wanneer deze kosten heel hoog
zijn, zijn klanten moeilijker over te halen om over te
stappen naar nieuwkomers
- Toegang tot distributiekanalen: wanneer de
logische distributiekanalen allemaal zijn voorzien door
huidige ondernemingen zal het nieuwkomers veel geld en
moeite kosten om hun producten in de gangbare
verkoopkanalen te distribueren. Het beleid van de
overheid: de regering kan toetreding tot een
bedrijfssector beperken of geheel sluiten door maatregelen
als licentieverplichtingen.
- De interne concurrentie van spelers op de markt
Wanneer de interne concurrentie (concurrentie tussen de
huidige ondernemingen in de markt) hoog is door
bijvoorbeeld hoge uittredingsbarrières, grote strategische
risico's (er staat veel op het spel), weinig
differentiatie en lage overstapkosten, hoge vaste lasten
en opslagkosten, lage groei of gelijkwaardige
concurrenten, kunnen de marges zwaar onder druk liggen.
Hierdoor is de winstgevendheid laag en kunnen
ondernemingen in dergelijke markten fel reageren op
mogelijke nieuwkomers.
- Positionering De kern van het formuleren van
een concurrentiestrategie ligt in het positioneren van de
onderneming in de bedrijfstak. Een goede positionering is
er één van waaruit de onderneming zich kan verdedigen
tegen deze concurrentiekrachten of ze ten gunste van de
onderneming kan laten werken. De mogelijkheden en de te
voeren strategieën om deze positie te bereiken worden in
grote mate beïnvloed door de structuur van de bedrijfstak
waarin de onderneming opereert.
|
|